Wanneer binnenruimten niet goed geventileerd worden, krijgt men na verloop van tijd te maken met luchtverontreiniging. Naar gelang de aard en omvang van de problemen, hebben onze negentiende-eeuwse voorouders daar op verschillende manieren iets aan gedaan. Onder normale omstandigheden leverden kieren en gaten voldoende luchtverversing op. Had dat onvoldoende effect, werden er deuren en ramen open gezet. Al in vroegere tijden speelde het open vuur een belangrijke rol bij de verwarming van vertrekken. GekEen gek is een draaibare luchtkap op een schoorsteen, die verhinderen moet dat de wind in de schoorsteen slaat. De gek kan van hout of metaal zijn. Door middel van een windvaan op de kap richt deze zich op de wind, zodat de rook aan de open zijde (van de wind afgekeerd) ongehinderd kan wegstromen. Door de langs de schoorsteen stromende wind zorgt een gek voor meer 'trek' in de schoorsteen. Een windvaan bestaat meestal uit een metalen plaatje, soms in de vorm van een vaan (een vlag), een dierlijke of menselijke figuur. Een gek is weleens vrij groot van afmetingen. De gek wordt tegenwoordig eigenlijk alleen nog bij open haarden gebruikt - de schoorsteen komt direct van een vuur af - en vooral als er extra trek nodig is. Bij moderne centrale verwarmingsinstallaties treft men hem dan ook niet meer aan. De naam 'gek' is een verwijzing naar het gedrag van het apparaat, dat als een mallemolen in de rondte draait bij variërende windrichtingen.Een gek met een grotere opening heet een kwibus, dat wil zeggen dat de hoek die de kwibus met de horizon maakt, kleiner is dan bij een gek. De kwibus op de foto was geplaatst op de schoorsteen van de inmiddels gesloopte lagere school aan Achter den Doove nummer 14. Deze Sint-Jacobschool was een parochieschool voor jongens en werd op 12 september 1870 door pastoor P. Kemps geopend. Het aantal leerlingen werd steeds groter en de school werd te klein. Daarom bouwde het kerkbestuur in 1909 een tweede jongensschool, aan de Zuid-Willemsvaart. |